Het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen: wat verandert er voor u?

1. Inleiding

Op 1 mei 2019 treedt het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen in werking. Het gaat om de grootste wijziging sinds 1873, een Copernicaanse revolutie. Het Wetboek wordt niet louter aangepast of gerepareerd, maar opnieuw van nul opgebouwd.

Dit heeft een impact op zowat iedereen die zijn activiteiten uitbaat via een vennootschap. Een hele reeks vennootschapsvormen verdwijnt. Daarnaast wordt er een nieuwe vennootschapsvorm in het leven geroepen: de besloten vennootschap. Dit moet het paradepaardje worden van de hele hervorming en zal de komende jaren de dominante vennootschapsvorm worden.

2. Fase 1: situatie vanaf 1 mei 2019

Richt je na deze datum een nieuwe vennootschap op, dan moet je voor de rechtsvorm een keuze maken uit het volgende kwartet: naamloze vennootschap, besloten vennootschap, coöperatieve vennootschap of maatschap (eventueel onder de vorm van een VOF of Comm. V.). Je kan dus geen rechtspersonen meer oprichten onder een rechtsvorm die het Wetboek opheft (zoals een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, een commanditaire vennootschap op aandelen of een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid).

Vanaf deze datum kunnen bestaande vennootschappen eveneens van het Wetboek gebruik maken via de zogenaamde “opt-in” regeling. Dat betekent dat deze vennootschappen zich via een statutenwijziging vrijwillig kunnen onderwerpen aan het nieuwe Wetboek. De verwachting is dat heel wat van de huidige BVBA’s op deze wijze het statuut van een BV zullen aannemen. Die BV is immers veel flexibeler en soepeler, en levert daardoor tal van voordelen. Veel notariskantoren zijn dan ook volop bezig met het voorbereiden van nieuwe checklists en statuten in dit verband.

3. Fase 2: situatie vanaf 1 januari 2020

Niet iedereen zal staan te popelen om het nieuwe vennootschapsrecht onmiddellijk in te voeren. Vandaar dat de wetgever een lange overgangsperiode voorziet.

Om kosten te besparen werd daarom bepaald dat bestaande vennootschappen hun statuten pas moeten aanpassen bij de eerstvolgende statutenwijziging waartoe zij om eender welke reden overgaan na 1 januari 2020. Als men bijvoorbeeld op 30 juni 2020 het vermogen van een vennootschap wenst te verhogen, zal men sowieso naar de notaris moeten. Dit wordt dan gecombineerd met een aanpassing van de statuten aan het nieuwe Wetboek.

De bestaande vennootschappen kunnen de aanpassingen dus wat uitstellen en doorvoeren wanneer het hen goed uitkomt. De nodige voorzichtigheid is echter geboden: het Wetboek bevat immers een hele reeks bepalingen die dwingend van toepassing zijn vanaf 1 januari 2020. Zo zullen winstuitkeringen bijvoorbeeld enkel kunnen mits inachtname van de nettoactief- en liquiditeitstest. En wordt het volstorte kapitaal van een BVBA en CVBA automatisch omgezet in een statutair onbeschikbare eigen vermogensrekening.

Het Wetboek bepaalt niet altijd duidelijk of een artikel van dwingend recht is of niet. Soms moet dit worden afgeleid uit de context of de strekking. Dat is uiteraard vragen om problemen. In bepaalde gevallen zal het dus onduidelijk zijn of vennootschappen het nieuwe Wetboek dan wel hun bestaande statuten moeten toepassen. Wij raden dan ook aan om in 2020 niet te lang te wachten met het doorvoeren van een algemene statutenwijziging. Ooit zal de kost toch moeten worden gemaakt.

4. Fase 3: situatie vanaf 1 januari 2024

Om te vermijden dat vennootschappen te lang zouden werken met achterhaalde statuten, bepaalt de wet dat de aanpassing in alle geval moet worden doorgevoerd tegen 1 januari 2024. De enige sanctie is evenwel de bestuurdersaansprakelijkheid. Er worden geen boetes opgelegd. De vennootschap zal dus kunnen blijven functioneren, ook met verouderde statuten.

5. Concrete toepassing

Hoger werd vermeld dat enkele vennootschapsvormen verdwijnen, anderen worden behouden. In sommige gevallen zal een statutenwijziging volstaan voor een aanpassing aan het Wetboek, in andere gevallen zal de omzettingsprocedure uit Boek 14 van het Wetboek moeten worden nageleefd (met zwaardere formaliteiten, zoals het opstellen van een recente staat van actief en passief).

a. De hierna vermelde vennootschapsvormen blijven behouden. In principe hoeft u dus niets te doen tot 1 januari 2024. Als goed huisvader is het echter wel aan te bevelen om een statutenwijziging door te voeren, gelet op de mogelijke verwarring over dwingende bepalingen (zie hoger). Voor de maatschap, de vennootschap onder firma en de commanditaire vennootschap kan dit onderhands gebeuren.

  • Naamloze vennootschap
  • Maatschap
  • Vennootschap onder firma
  • Commanditaire vennootschap

b. De hierna vermelde vennootschapsvormen verdwijnen. Voor 2024 kan u deze vrijwillig omzetten in de dichtst aanleunende rechtsvorm, via een statutenwijziging. Na 2024 gebeurt dit automatisch. De omzettingsprocedure van Boek 14 is niet van toepassing.

  • Commanditaire vennootschap op aandelen > naamloze vennootschap met enige bestuurder
  • Landbouwvennootschap zonder stille vennoten > vennootschap onder firma
  • Landbouwvennootschap met stille vennoten > commanditaire vennootschap
  • Economisch samenwerkingsverband > vennootschap onder firma
  • Coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid > vennootschap onder firma
  • Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid zonder coöperatief gedachtengoed > besloten vennootschap
  • Beroepsvereniging > Vereniging zonder winstoogmerk

De stille handelsvennootschap en de tijdelijke handelsvennootschap worden vervangen door de stille maatschap of de tijdelijke maatschap.

c. De BVBA gaat over naar de BV, via een statutenwijziging (dus zonder omzettingsprocedure). De EBVBA en S-BVBA verdwijnen maar hun specifieke karakteristieken kunnen worden opgevangen via een BV.

d. Indien u van rechtsvorm wilt wijzigen (bijvoorbeeld van een naamloze vennootschap of een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid naar een besloten vennootschap) zal u een statutenwijziging moeten doorvoeren en de omzettingsprocedure van Boek 14 moeten naleven.

6. Tips voor cijferberoepen

Indien een klant een BVBA heeft met een volstort kapitaal van 200.000 EUR, kan worden overwogen om nog een kapitaalvermindering door te voeren in 2019. Anders wordt het volstort kapitaal op 1 januari 2020 omgezet in een statutair onbeschikbare eigen vermogensrekening. En die balanspost kan dan enkel worden uitgekeerd via een statutenwijziging en voor zover is voldaan aan de nettoactief- en liquiditeitstest.

7. Impact op overnames

Vrije overdraagbaarheid aandelen

In een BVBA kan je aandelen enkel overdragen met instemming van de helft van de vennoten die tenminste ¾ van het kapitaal bezitten. Met het nieuwe Wetboek kan je afwijken van deze regel. Dat betekent dat je kan bepalen dat een aandeelhouder in een BV zijn participatie vrij kan overdragen aan een derde, zonder goedkeuring van de andere aandeelhouders.

Meervoudig stemrecht

Vandaag geldt voor een BVBA de regel dat elk aandeel recht heeft op één stem. Bij een BV zal je echter kunnen werken met aandelen met gewoon stemrecht, meervoudig stemrecht of zonder stemrecht. De band tussen de waarde van een inbreng en de eraan verbonden rechten wordt dus doorprikt. Zo kan je in venture capital transacties opnemen dat de stichters voor elke 1000 EUR vijf aandelen krijgen, terwijl de investeerders voor diezelfde 1000 EUR slechts één aandeel krijgen. Verder kan in een familiale context worden bepaald dat aan de aandelen van de ouders alle stemrechten worden toegekend, en aan de aandelen van de kinderen (bijna) alle vermogensrechten.

Team

Olivier Van Raemdonck
Managing Partner

Expertises

business law